Hoe de diagnose wordt gesteld
De diagnose wordt meestal gesteld op basis van een combinatie van de klachten die u ervaart, het neurologisch onderzoek en het aanvullende onderzoek.
Meestal zal de aanvullende diagnostiek bestaan een aantal van de volgende onderzoeken; bloedonderzoek (CK, antistof bepalingen), beeldvorming van de spieren (echo of MRI), een EMG en een spierbiopt.
Door wie en waar de diagnose wordt gesteld
Omdat myositis een zeldzame ziekte is, wordt iemand met spierklachten meestal doorverwezen naar een medisch specialist op dat gebied. In Nederland wordt de zorg voor patiënten met myositis meestal ingericht als een multidisciplinaire samenwerking tussen neuroloog, een reumatoloog en indien nodig longarts en cardioloog.
Indien een specialist in een algemeen ziekenhuis de diagnose myositis vermoedt, zal men meestal doorverwijzen naar een spierziektenteam van een universitair medisch centrum. In Nederland is het onderzoek voor myositis gecentraliseerd in het Amsterdam UMC, Radboudumc in Nijmegen, Erasmus MC in Rotterdam, en voor inclusion body myositis in het LUMC in Leiden. Het UMC Utrecht richt zich op de behandeling en onderzoek naar Juveniele Dermatomyositis, een variant die voorkomt bij kinderen.